Werking Frequentieregelaar
Werking frequentieregelaar: voltage en frequentie bepalen veldsterkte en de slip, hierdoor worden koppel en draaisnelheid beheersbaar.
De werking van de frequentieregelaar is gebaseerd op het principe dat het motorkoppel van de elektromotor afhankelijk is van de aangeboden spanning en draaifrequentie in de stator ten opzichte van de draaifrequentie van de rotor. Door de Volt/Frequentie verhouding te vergroten wordt de stroom verhoogd en daarmee de sterkte van de magnetische veld. Door de frequentie van het draaiveld hoger te maken dan de rotorsnelheid ontstaat er slip (verschil in snelheid tussen de rotor en het draaiveld in de stator) waardoor de rotor zal willen accelereren (mits de last niet te groot is). Wanneer het draaiveld in de stator lager ligt dan de rotorsnelheid dan zal de slip de rotor willen vertragen.
Werking frequentieregelaar wordt dus gedaan door met de spanning en frequentie te variëren.
Voor eenvoudige frequentieregelaar toepassingen is het voldoende om een vaste spannings/frequentieverhouding te hanteren over het hele toerenbereik, ook wel V/F regeling of V/F karakteristiek genoemd. Meestal wordt bij deze wijze de werking van de regeling wat geoptimaliseerd met een boost functie en/of enkele voorgeprogrammeerde V/F karakteristieken. Bij deze regeling “weet” de frequentieregelaar eigenlijk niet wat de werkelijke frequentie van het de rotor is en kan de regelaar ook lastiger “weten” welke spanning en welke frequentie optimaal is voor het gewenste gedrag van de motor.
Werking frequentieregelaar veld georiënteerd
Voor applicaties waarbij de frequentieregelaar meer controle moet houden over het gedrag van de elektromotor wordt het “motor model” gebruikt, ook wel het veld georiënteerde model. Bij deze regeling berekent de frequentieregelaar al vrij nauwkeurig hoe snel de rotor draait. In de basis wordt bij deze wijze van aansturen het gewenste toerental van de motor vergeleken met het werkelijke toerental en wordt op basis hiervan de spannings/frequentieverhouding dusdanig aangepast dat de elektromotor de gewenste koppels levert en de juiste toerentallen draait.
Met een encoder op de motor kan de frequentieregelaar nog nauwkeuriger bepalen wat het exacte toerental van de motor is. Hierdoor levert de combinatie frequentieregelaar, elektromotor en encoder feedback de beste resultaten op, op gebied van toerentalnauwkeurigheid, koppelprecisie en positionering.